Hoofdlijnen

Hoofdlijnen

Hoofdlijnen

In deze Voorjaarsnota licht het college de huidige financiële situatie van onze gemeente toe. Dit is het financieel kader waarbinnen de begroting 2021-2024 verder uitgewerkt wordt. Voor 2020 leiden de begrotingsbijstellingen tot een gewijzigde begroting 2020.

Rekeningresultaat 2019

Het rekeningresultaat 2019 bedraagt € 0,6 miljoen. Dit is het resultaat na aftrek van de onderstaande resultaatbestemmingen, waartoe bij de rekening 2019 wordt besloten. Deze bedragen waren voor 2019 begroot, maar in dat jaar niet uitgegeven. Er rust een verplichting op deze bedragen.

  • Dotatie van € 0,25 miljoen aan de nieuwe bestemmingsreserve ‘verhuizing Zaansche Molen’, voor uitvoering van de gesloten intentieovereenkomst tot uiterlijk de zomer van 2021;
  • Dotatie van € 0,1 miljoen aan de nieuwe bestemmingsreserve Citydeal Inclusieve stad. Dit geld is gezamenlijk door acht gemeenten en vier ministeries bijeengebracht. Zaanstad faciliteert de financiële administratie.
  • Bestemming van € 0,1 miljoen aan de Zaancampus.

De gemeentelijke risico’s zijn in de jaarrekening geactualiseerd. Op basis van deze actualisatie is berekend dat het weerstandsvermogen een ratio van 1,5 heeft. Dat is hoger dan de minimale ondergrens van 1,4. Een dotatie aan de algemene reserve is daarom niet nodig.
Bij de besluitvorming over de Voorjaarsnota 2020-2024 op 2 juli 2020 heeft de raad middels  amendement D besloten dat het resterend rekeningresultaat van € 0,6 miljoen wordt toegevoegd aan programma 2 voor de dekking van maatregelen in het kader van corona en Vitaal Zaanstad.

Financieel meerjarenperspectief 2020-2024

Uitgangspunt voor de Voorjaarsnota 2020-2024 is het meerjarenbeeld zoals dat is opgenomen in de begroting 2020, aangevuld met jaarschijf 2024. De voorjaarsnota is verder beleidsarm opgesteld. Dat betekent dat er gekeken is naar de begrotingsbijstellingen die onvermijdelijk zijn, gevolg zijn van eerdere besluitvorming of waar op korte termijn niet op bij te sturen is.
In de volgende tabel staan de in deze Voorjaarsnota voorgestelde begrotingswijzigingen met een saldoeffect die leiden tot een nieuw financieel meerjarenbeeld 2020-2024. Daarnaast zijn er budgetneutrale wijzigingen. Deze zijn terug te vinden op https://financien.zaanstad.nl.

Bedragen x € 1.000

2020

2021

2022

2023

2024

Stand  Begroting 2020

-19

-54

-152

143

-940

Loon/prijs indexatie

-197

8.837

8.832

8.801

8.806

Begrotingsbijstellingen

1.611

5.257

2.641

2.455

3.505

Gemeentefonds

-1.831

-9.335

-9.385

-8.179

-8.333

Effecten corona

436+pm

pm

pm

Totaal

0

4.705

1.936

3.220

3.038

Onzekerheden en risico's

Op dit moment kan het college u geen financieel sluitende meerjarenbegroting presenteren. De gemeente heeft een structureel tekort van meer dan € 3 miljoen per jaar. De verwachting is dat dit bij de begroting 2021 – zeker voor de eerste jaren - nog verder op zal lopen als gevolg van de effecten van de coronacrisis. De meerjarige effecten van deze crisis zijn direct afhankelijk van de duur van de maatregelen en de consequenties van een nieuwe 1,5 meter samenleving. Dit is verreweg de grootste financiële en maatschappelijke onzekerheid voor onze en alle andere gemeenten.
Zaanstad legt een zware verantwoordelijkheid bij het Rijk neer om gemeenten de komende periode financieel in voldoende mate tegemoet te komen. We doen dit in overleg met de VNG en gezamenlijk met andere grote gemeenten. Zaanstad is van mening dat er de afgelopen jaren korting op korting is gestapeld, onder andere door de decentralisaties in het sociaal domein en de lagere lasten die zouden ontstaan door schaalvoordelen. In werkelijkheid doen dermate hoge financiële voordelen zich niet voor. Zaanstad gaat ervan uit dat het Rijk zodanige compensatie biedt dat gemeenten als gevolg van de coronacrisis niet verder in financiële problemen komt en dat het Rijk voldoende bijdraagt om de effecten in de stad te verzachten. Zonder compensatie wordt het heel lastig om in het najaar een financieel sluitende begroting 2021 te presenteren. Uit voorzorg stelt het college voor het resterende saldo in 2020 van € 0,4 miljoen ook hiervoor te ‘reserveren’.

Coronacrisis
Nu de coronamaatregelen een paar maanden van kracht zijn, worden de gevolgen steeds  zichtbaarder. Veel maatschappelijke organisaties, ondernemers en gemeenten komen steeds dieper in de rode cijfers.

  • De ondersteuningsmaatregelen van het Rijk hebben een grote impact. Voor de ToZo regeling zijn tot en met april circa 3.500 aanvragen binnengekomen. Het Rijk heeft toegezegd dat per ingediende aanvraag een vergoeding wordt gegeven voor de uitvoeringskosten en de kosten van de uitkering. Of dit alle kosten dekt die de gemeente nu maakt, is nog niet bekend.
  • Daarnaast is er ook een toename zichtbaar in de aanvragen voor andere ondersteuningsmaatregelen. Voor uitkeringen op grond van de Participatiewet is het aantal aanvragen met 100% toegenomen. De precieze impact hiervan is nog niet bekend, ook niet welke vergoeding het Rijk hiervoor gaat verstrekken.
  • De binnenstad en Zaanse schans zijn leeg. Toeristen blijven weg en het is de vraag hoe snel en in welke mate dit herstelt en kán herstellen. Is het straks nog mogelijk om met zoveel mensen over de smalle dijken van de Zaanse schans te lopen? De parkeeropbrengsten, de inkomsten toeristenbelasting, maar bij invoering ook de vermakelijkheidsretributie zullen in 2020 en mogelijk langer fors lager zijn. Halvering van het aantal overnachtingen leidt bijvoorbeeld al tot € 1,5 miljoen minder toeristenbelasting.
  • Ondernemers en organisaties die panden van de gemeente huren vragen uitstel van betaling. Bijvoorbeeld het Zaantheater, dat door de sluiting vanaf half maart met ingang van april de maandelijkse huur (€ 0,1 miljoen) niet meer kan betalen. Afhankelijk van het moment van opening en de hoeveelheid publiek is de inschatting dat de opbrengst voor de gemeente voor 2020 tussen de € 0,4 miljoen en € 0,8 miljoen minder is. Het is de vraag wanneer en of dit ooit terugbetaald kan worden.
  • Ook onze verbonden partijen en samenwerkingspartners staan onder druk. Organisaties als Werkom en het Sportbedrijf kampen met een stevige omzetderving. In het eerste half jaar 2020 verwacht het Sportbedrijf € 1,5 miljoen aan inkomsten mis te lopen door de sluiting van zwembaden en sportgebouwen. Inkomsten aan kaartverkoop, huur van derden en kantine omzet vallen weg en vaste lasten lopen door. Een deel hiervan kan worden goedgemaakt door alsnog binnenkomende huurgelden en door de uitkeringen vanuit de rijksregelingen. Niet bij alle verbonden partijen loopt de gemeente direct financieel risico.
  • De gemeente levert veel inzet om de coronamaatregelen te handhaven. Zo maken handhavers en toezichthouders meer uren en worden kosten gemaakt voor het afsluiten van locaties, voor cameratoezicht en extra inzet om de druk op veerponten te reguleren.
  • De maatregelen hebben ook effect op onze eigen organisatiekosten. Er zijn extra kosten gemaakt voor videoconferencing en online vergadervoorzieningen, extra kosten voor thuiswerkvoorzieningen en kosten voor de inrichting van de kantoorplekken om te voldoen aan de 1,5 meter richtlijn (plexiglas). Een eerste inschatting is dat de kosten kunnen oplopen tot € 0,4 miljoen.

In de najaarsrapportage 2020 en de begroting 2021 zullen de effecten van de coronacrisis scherper in beeld worden gebracht en waar nodig financieel worden verwerkt, voor zover die op dat moment bekend en in te schatten zijn. Samen met de VNG, G40 en regiogemeenten voeren wij een actieve lobby om voldoende compensatie van het Rijk te krijgen.

Gemeentefonds
Begin 2020 heeft het Rijk bekend gemaakt de herijking van het gemeentefonds een jaar uit te stellen naar 2022. Hiervoor is gekozen nadat bekend werd dat de nieuwe verdeling van het rijksgeld over gemeenten voor twee van de drie gemeenten nadelig uitpakte. Vooral kleine en middelgrote gemeenten zouden er op achteruitgaan. De komende tijd wordt aanvullend onderzoek gedaan. Dat moet vooral tot minder financieel nadeel bij platteland gemeenten leiden. Het is vooralsnog onzeker hoe de herijking voor Zaanstad zal uitpakken.

Bij de begroting 2021 zullen de effecten van de meicirculaire gemeentefonds bekend zijn. Vooralsnog gaan we en nu in de voorjaarsnota vanuit dat daar € 4,1 miljoen uit gedekt kan worden voor de loon- en prijsstijgingen. De exacte hoogte van het accres van het gemeentefonds blijft echter tot de dag van publicatie van de meicirculaire onzeker.

Naast deze onzekerheid wijst het college op het onderzoek dat het Rijk nog uitvoert naar de hoogte van de uitgaven jeugdzorg. Het Rijk heeft de gemeenten in de jaren 2019-2021 met incidentele middelen voor hogere uitgaven gecompenseerd. Zaanstad heeft er vorig jaar in de  meerjarenbegroting 2020-2023 voor gekozen de extra middelen structureel te ramen en heeft hiervoor de stelpost ‘Uitkomst onderzoek jeugdzorg’ opgenomen van € 3,4 miljoen vanaf 2022. Een nieuw kabinet besluit of, en zo ja in welke mate, extra middelen beschikbaar worden gesteld. Deze stelpost kent daarmee enige onzekerheid, maar vooralsnog gaat het college ervan uit dat het Rijk deze stelpost zal compenseren. Daarmee is niet gezegd dat het Rijk gemeenten in voldoende mate tegemoet komt in de stijgende zorgkosten. Daarvoor blijven gemeenten en VNG aandacht vragen bij het Rijk.

Structureel tekort meerjarenbegroting 2021-2024

Het college heeft bij deze voorjaarsnota alleen de hoogst noodzakelijke begrotingsbijstellingen opgenomen. Desondanks sluit het jaar 2021, evenals de jaren daarna, met een financieel tekort.
Het college heeft in eerdere debatten aan de raad toegezegd om op een tweetal punten een integrale afweging te maken bij deze voorjaarsnota:

  • het afschaffen van de hondenbelasting;
  • het terugdraaien van de bezuiniging op subsidie-instellingen

Gezien het financiële meerjarenbeeld en de tekorten die daar zichtbaar zijn, heeft het college echter niet de financiële mogelijkheid om aan deze wensen tegemoet te komen.

Het college voorziet dat de gemeente de komende jaren in financieel zwaar weer komt. Vorig jaar hebben we bij de Voorjaarsnota al verschillende besparingsvoorstellen moeten verwerken om de meerjarenbegroting sluitend te maken. Maar ook nu weer zien we de komende jaren tekorten ontstaan. De gevolgen van de coronacrisis zullen dit beeld nog verder verslechteren. We zullen als gemeente fundamentele keuzes moeten maken. Dit kan ook gevolgen hebben voor de ambities in ons coalitieakkoord. Strategische keuzes naar de toekomst zijn bepalend voor het Zaanstad van morgen.

Toelichting op de financiële begrotingsbijstellingen

Bedragen x € 1.000

2020

2021

2022

2023

2024

Stand Begroting 2020

-19

-54

-152

143

-940

1

Loon/prijs indexatie

-197

8.837

8.832

8.801

8.806

2

WMO

600

1.880

1.880

1.880

1.880

3

Jeugdhulp

2.231

3.038

830

830

830

4

Kapitaallasten investeringen

-408

-264

-30

-334

465

5

Areaal uitbreiding openbare ruimte

14

149

367

521

521

6

Toeristenbelasting

571

300

300

300

300

7

Armoede

-550

-350

-350

-150

-150

8

Overige structurele ontwikkelingen

58

111

26

-341

-341

9

Resultaten 2019 verbonden partijen

2

10

Bijstellingen op basis van realisatie 2019

490

11

BUIG

-3.700

12

Uitstel invoering vermakelijkheidsretributie

400

13

Ontwikkelmodel Zaanse Schans

473

325

14

Duurzaamheidstransitie

500

15

Klimaatadaptatie

120

16

Aanpak Stikstofproblematiek

220

17

Woningsplitsing en kamerverhuur

138

18

Overige incidentele ontwikkelingen

452

68

-382

-250

19

Gemeentefonds, september- en decembercirculaire 2019

-1.831

-3.759

-3.809

-2.603

-2.757

20

Gemeentefonds, verwachte loon/prijscompensatie in meicirculaire 2020

-4.100

-4.100

-4.100

-4.100

21

Compensatie volume WMO en jeugdzorg

-1.476

-1.476

-1.476

-1.476

Corona effecten

436+pm

pm

pm

Totaal

0

4.705

1.936

3.220

3.038

  1. Loon/prijs indexatie

In de begroting 2020-2023 was nog geen rekening gehouden met de structurele doorwerking ná 2020 van de in september 2019 afgesloten cao voor gemeenteambtenaren. Dit leidt tot € 0,7 miljoen hogere lasten vanaf 2021. Doordat de premies sociale lasten lager zijn dan verwacht leidt dit in 2020 nog tot een voordeel.
Op 3 maart 2020 heeft het CPB haar jaarlijks Centraal Economisch Plan gepubliceerd. Hieruit zijn de loon- en prijs indices overgenomen die gebruikt worden voor de begroting 2021. Voor de loonindex geldt een percentage van 3,1%, voor de prijsindex een percentage van 1,7%. In totaal geven de loon- en prijsbijstellingen € 8,2 miljoen hogere lasten vanaf 2021. Staand beleid is dat de belastingtarieven worden verhoogd met de prijsindex. Met dit effect, een stijging van de belastinginkomsten, is in de berekening rekening gehouden.
Naast de bijstelling op de salarislasten zijn er nog enkele begrotingsposten waar indexeringslasten leiden tot begrotingsbijstellingen:

  • Bij de begroting 2020 is de indexatie voor de Wmo per abuis niet volledig verwerkt in de meerjarenbegroting. Dit wordt gecorrigeerd (€ 0,3 miljoen).
  • Gemeenten zijn op grond van de AMVB verplicht reële prijzen te betalen aan aanbieders van de WMO dienstverlening. Op onderdelen is dit hoger dan de gemeentelijk gehanteerde index. Daarnaast kent ook de cao jeugdzorg een hogere indexering. De bedrijfskosten van aanbieders jeugd bestaan voor 80% uit loonkosten. Beide effecten leveren samen € 0,1 miljoen hogere lasten.
  • Na het debat tijdens de Raadsvergadering d.d. 27 februari 2020 is de kadernota van de GGD aangenomen. Hierin zijn voor € 0,2 miljoen hogere indexeringslasten opgenomen.
  1. Wet Maatschappelijke ondersteuning (WMO)

In de meerjarenprognose is rekening gehouden met 2,5% volume stijging in 2021. Dit betekent een toename van € 0,68 miljoen structurele lasten. In de ramingen van het gemeentefonds hebben wij hier al rekening mee gehouden door bij de overheveling van de integratie-uitkering Sociaal domein naar de algemene uitkering in 2019 een stelpost voor volumegroei WMO/jeugdhulp op te nemen. Deze stelpost valt nu ook vrij.
Naast de autonome volumegroei zijn er hogere uitgaven als gevolg van de invoering van het abonnementstarief in 2019. Sindsdien zijn de eigen bijdrage die gemeenten mogen vragen voor Wmo ondersteuning niet meer inkomensafhankelijk, maar geldt voor iedereen een vast bedrag. Hierdoor doen meer inwoners een beroep op de Wmo. De verwachting is dat in 2020 voor een totaal van € 2,4 miljoen extra beroep wordt gedaan op huishoudelijke ondersteuning. Vanaf 2021 gaan we er van uit dat de toename afvlakt (50% ten opzichte van de groei in 2019 en 2020) en verwachten daarmee een extra beroep van € 3,6 miljoen.
Door maatregelen te treffen op de instroom Wmo en de maatwerkvoorzieningen kunnen we de tekorten terugdringen met jaarlijks € 0,2 miljoen. Vanuit het Rijk wordt compensatie gegeven voor de gederfde inkomsten van jaarlijks € 1 miljoen. Daarmee komen de tekorten op € 1,2 miljoen in 2020 en € 2,4 miljoen vanaf 2021.
De VNG voert namens de gemeenten een intensieve lobby richting het Rijk om enige compensatie te bieden voor de enorme volumegroei als gevolg van de invoering van het abonnementstarief. We verwachten hier een compensatie van het Rijk. Het Rijk heeft zich hier nog niet over uitgesproken. Voorzichtigheidshalve gaan we uit van een compensatie van 50%. In het weerstandsvermogen bij de Jaarrekening 2019 is het risico dat het Rijk geen compensatie al opgenomen. Daarmee komen de tekorten in deze Voorjaarsnota op € 0,6 miljoen voor 2020 en € 1,2 miljoen voor 2021 en latere jaren.
Tot slot wordt opgemerkt dat bij de coalitieonderhandelingen een taakstelling is opgenomen om de toename van de WMO uitgaven te dempen. Voor € 1,5 miljoen zijn deze maatregelen ingevuld en gerealiseerd. Er resteert voor 2020 nog een opgave van € 0,5 miljoen en vanaf 2021 € 1 miljoen.  Hiervoor worden aanvullende maatregelen voorbereid, waar mogelijk beleidswijzigingen voor nodig zijn.

  1. Jeugdhulp

In de meerjarenprognose is rekening gehouden met 2,5% volume stijging in 2021, met uitzondering van PGB. Dit betekent een toename van € 0,83 miljoen structurele lasten. In de ramingen van het gemeentefonds hebben wij hier al rekening mee gehouden door bij de overheveling van de integratie-uitkering Sociaal domein naar de algemene uitkering in 2019 een stelpost voor volumegroei WMO/jeugdhulp op te nemen. Deze stelpost valt nu ook vrij.
In 2019 hebben we opnieuw een groei geconstateerd in het aantal jeugdigen dat gebruik maakt van specialistische jeugdhulp. Er zijn maatregelen ingezet die bij de nieuwe instroom een verschuiving laten zien van zwaardere naar lichtere vormen van zorg. Omdat de bestaande groep die jeugdhulp ontvangt maar langzaam uitstroomt, is het effect van de maatregelen nog niet terug te zien in de kosten. Hierdoor stijgen vooral de kosten van specialistische jeugdhulp. Voor de Gecertificeerde instellingen is regionaal besloten tot het aanpassen van de financiering volgens het principe ‘de basis op orde’ en zijn er reële tarieven afgesproken die halverwege 2020 ingaan. Ook de regionale afspraken met betrekking tot de financiering van de Specialistische Jeugdhulp voor Zaanse leerlingen op het Speciaal Onderwijs in Amsterdam zijn voor Zaanstad een hogere kostenpost.
In 2020 en 2021 worden aanvullende maatregelen genomen om de toenamen in kosten te beperken. De effecten hiervan zullen na 2021 zichtbaar worden.

  1. Kapitaallasten investeringen

Op basis van de werkelijke investeringsuitgaven in 2019 en actuele inzichten zijn de investeringsuitgaven voor 2020 en verder geactualiseerd. Er is sprake van een verschuiving van bijna € 14 miljoen uitgaven naar 2020 en later als gevolg van onderbesteding van uitgaven in 2019. Dit leidt in de eerste jaren tot een voordeel op de kapitaallasten.
De investeringsbedragen zijn verhoogd naar prijspeil 2021 en waar nodig bijgesteld naar de laatste inzichten en ontwikkelingen. Dit leidt structureel tot hogere kapitaallasten, die vooral zichtbaar worden vanaf het jaar 2024. De investeringen in de onderwijsgebouwen van het primair onderwijs zijn verwerkt conform het voorstel in het Integraal Huisvestingsplan (IHP) 20.1. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de paragraaf investeringen in deze voorjaarsnota en het IHP 20.1.

  1. Areaal uitbreiding openbare ruimte

Door gebiedsontwikkeling groeit de stad en daarmee het areaal openbare ruimte dat moet worden onderhouden. Hiervoor worden kosten gemaakt die nu in de meerjarenbegroting worden opgenomen. Het gaat om uitbreidingen van wegen, groen, speelplaatsen, civiele objecten en verkeersvoorzieningen volgend uit de (gebieds)ontwikkelingen Gouwpark, Houthavenkade, Meneba, Brokking, Zaans Hout, Kersenhout, Eilanden (Hobo Cello), De Zaag, Overtuinen /Verkadebuurt, Hoogtij fase twee, Zaanse Helden, Oostzijderveld en Vaartzicht.

  1. Toeristenbelasting

In het verleden is een meerjarenraming voor de opbrengsten van de toeristenbelasting gemaakt met een ambitieuze verwachting. Er leek toen nog een sprake van een bijna onophoudelijke groei van toeristen, ook met overloop vanuit Amsterdam. Het aantal overnachtingen zou in de periode 2018-2019 met 90.000 toenemen als gevolg van de toename van verblijfslocaties. Die nieuwbouw is echter uitgebleven en daarmee ook het extra aantal overnachtingen.
Deze bijstelling staat los van de effecten als gevolg van de coronacrisis. De effecten van de crisis worden verwerkt in de najaarsrapportage 2020 en de begroting 2021.

  1. Armoede

De afgelopen twee jaar is het aantal mensen in de bijstand flink afgenomen. Er is een directe relatie tussen het aantal mensen in de bijstand en het aantal mensen dat een beroep doet op de armoederegelingen (bijzondere bijstand, collectieve zorgverzekering, Meedoen Zaanstad, schulddienstverlening). Voor de begroting 2020 geldt een onder uitnutting van € 0,55 miljoen en in de jaren 2021 en later een verwachte onderuitnutting van € 0,35 miljoen.  
De verlengde leertijd bij Pact Poelenburg wordt voor € 0,2 miljoen tot en met 2022 gedekt uit de Meedoen middelen van het armoedebudget. Vanaf 2023 wordt er € 0,2 miljoen uit de onder uitputting gebruikt om de verlengde leertijd structureel te kunnen dekken vanuit de Meedoen middelen. Daarnaast blijven we ons inzetten om aanvullende middelen voor het Pact Poelenburg vanuit het Rijk beschikbaar te krijgen.  

  1. Overige structurele ontwikkelingen

Bedragen x € 1.000

2020

2021

2022

2023

2024

Vergoeding raadsleden

58

58

58

58

58

Planschades

-92

-92

-92

-92

Doorontwikkeling Post- en archiefzaken

80

-367

-367

Bijdrage WoningNet

65

60

60

60

Totaal

58

111

26

-341

-341

Vergoeding raadsleden
De vergoedingen voor raadsleden zijn aangepast aan de hoogte van vergoedingen van de raadsleden geldend vanaf 1 januari 2020 conform de circulaires van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 27 juni 2019 en 18 november 2019.

Planschades
Planschades zijn lastig te begroten. In de praktijk doen deze zich niet of nauwelijks voor. Vanaf het jaar 2021 wordt planschade opgenomen in de risicoparagraaf van de begroting en de jaarrekening. In 2020 wordt het budget ingezet voor de aanloop naar de Wet Kwaliteitsborging.

Doorontwikkeling Post & Archiefzaken   
De afdeling Post & Archiefzaken maakt een slag met betrekking tot digitalisering. De samenstelling van de afdeling moet mee veranderen met deze ontwikkeling. Om deze stap te kunnen maken is in 2021 extra capaciteit nodig (€ 0,08 miljoen).Als gevolg van deze doorontwikkeling wordt de benodigde capaciteit verminderd, hetgeen een voordeel van € 0,37 miljoen gaat opleveren met ingang van 2023.

Extra bijdrage WoningNet
Een uitgebreid participatietraject en onderhandelingen heeft geresulteerd in een voorstel voor een nieuw regionaal kader voor woonruimteverdeling (2020/3258). Deze onderhandelingen zijn de afgelopen periode gevoerd door alle wethouders wonen uit de regio’s Amstelland-Meerlanden, Amsterdam en Zaanstreek-Waterland en alle bestuurders van de corporaties werkzaam in deze regio’s. Binnen dit regionale kader is er ruimte voor lokale invulling, zodat gemeenten maatregelen kunnen nemen die passen bij de situatie op de lokale woningmarkt. Begin 2020 heeft de raad gereageerd op het voorstel en het college aandachtspunten meegegeven voor de verdere uitwerking van het voorstel.

WoningNet helpt woningzoekenden bij het vinden van een passende woning, samen met corporaties gemeenten en bedrijven. Voor de invoering van de nieuwe woonruimteverdeling maakt WoningNet implementatiekosten. Omdat het een gezamenlijke wens is om het systeem te wijzigen, dragen gemeenten een deel van deze kosten. Voor Zaanstad is dat eenmalig € 0,065 miljoen in 2021. Ook de structurele kosten nemen voor Woningnet toe omdat de toetsing en toekenning van spoedpunten in het vervolg op één centrale plek zal gebeuren. Voor Zaanstad betekent dit een extra bijdrage van jaarlijks € 0,06 miljoen.

  1. Resultaten 2019 verbonden partijen

Het dividend van de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) bedraagt over het jaar 2019 € 0,53 miljoen, wat een nadeel betekent van € 0,47 miljoen ten opzichte van het begrote dividend. Ook de BNG is niet immuun voor de lage renteomgeving. Dit heeft een drukkend effect op de rentemarge en het rendement van het eigen vermogen. Ook stijgen de operationele kosten door investeringen in digitalisering en kosten door toezicht en regelgeving, waaronder de poortwachtersfunctie. Daarnaast is er een voorziening getroffen voor een verwacht kredietverlies. Dit alles leidt tot een lagere nettowinst.

Hiertegenover staan twee voordelige resultaten. Alliander heeft over 2019 een positief resultaat geboekt, wat zorgt voor een incidentele extra bate van € 0,19 miljoen.
Uit de voorlopige jaarrekening van de Veiligheidsregio Zaanstreek Waterland blijkt dat in 2019 niet alle beschikbare middelen zijn besteed. Er resteert een kleine € 0,6 miljoen, waar Zaanstad € 0,28 miljoen van terug ontvangt.

  1. Bijstellingen op basis van realisatie 2019

Leges begraafplaatsen
Het aantal begravingen is in 2019 lager dan begroot. De gerealiseerde inkomsten begraafplaatsen zijn in 2019 daarom € 0,2 miljoen lager dan begroot.  
De financiële verordening geeft de richtlijn dat gestreefd moet worden naar kostendekkende tarieven. Op basis hiervan is het tarief begraven in de begroting 2020 al met bijna 12% verhoogd ten opzichte van 2019. Tijdens het opstellen van de begroting 2020 was er geen inzicht op het doorzetten van het verminderen van het aantal begravingen in 2019. Op basis van de realisatie in 2019 wordt nu een tekort aan inkomsten op de begraafplaatsen verwacht van € 0,14 miljoen. Dit is in 2020 niet meer op te vangen. Bij de begroting 2021 wordt besloten over het tarief voor 2021.

Leerlingenvervoer
In 2019 is de budget voor het leerlingenvervoer in de begroting naar beneden bijgesteld, omdat er de afgelopen drie jaar sprake was van onderbesteding. Bij de najaarsrapportage 2019 is het bedrag naar boven bijgesteld met € 0,28 miljoen als gevolg van de kostenontwikkelingen. Vanaf 2020 loopt dit bedrag op naar € 0,35 miljoen. We voorzien stijgende kosten bij de vervoerder, onder andere door een verwachte verdere NEA-stijging en de BTW-verhoging naar 9%. Daarnaast is de verwachting dat het aantal leerlingen in het speciaal onderwijs verder toeneemt, conform het landelijke beeld. Voor 2020 is dit niet meer bij te sturen. Voor 2021 en verder zal het beleid aangepast moeten worden om binnen vastgesteld budget te blijven.

  1. BUIG

Gemeenten ontvangen van het Rijk een gebundelde uitkering (BUIG) voor het bekostigen van de uitkeringen in het kader van de Participatiewet, IOAZ en Bbz (levensonderhoud startende ondernemers) en voor de inzet van loonkostensubsidie. In 2020 is vóór de Corona crisis een voordeel op de BUIG geraamd van € 3,7 miljoen. Dit voordeel is gebaseerd op de laatst bekende informatie vanuit het Rijk over het BUIG budget, het voorlopig macro budget. Dit budget over 2020 wordt in het voorjaar bijgesteld in het nader voorlopig budget, in september wordt het budget definitief door het Rijk vastgesteld.

  1. Vermakelijkheidsretributie

De raad heeft bij de begroting 2020 besloten de vermakelijkheidsretributie op de Zaanse Schans tot 1 april uit te stellen. Inmiddels is uitstel tot 1 juli het geval. Dit leidt tot een incidenteel nadelig effect van € 0,4 miljoen. Indien tot verder uitstel wordt besloten zal dit in de najaarsrapportage 2020 worden verwerkt.

  1. Ontwikkelmodel Zaanse Schans

Voor het vervolg op het dossier Zaanse Schans is een projectorganisatie nodig en budget voor de uitvoering van diverse maatregelen. Deze maatregelen hebben bijvoorbeeld betrekking op onderzoek en evaluatie van de parkeerproblematiek, maatregelen ter vermindering van de parkeerdruk in de omgeving en voorbereiding voor verlegging fietspad Kalverringdijk.

  1. Duurzaamheidstransitie

Om de kansen van deze tijd te benutten is daadkrachtig beleid op de duurzaamheidstransitie als een van de zes opgaven voor Zaanstad cruciaal. In het coalitie akkoord staat dat Zaanstad achterblijft bij de ingrijpende duurzaamheidsambitie. Zaanstad heeft een relatief hoge ambitie om al tussen 2030 en 2040 Klimaatneutraal te zijn. De beoogde groei van Zaanstad met 20.000 woningen legt extra druk op de realisatie van besparing en vermindering van CO2 uitstoot. De afgelopen jaren zijn al enkele goede resultaten gerealiseerd, zoals een 1.0 versie van een Zaans Klimaatakkoord en fase 1 van het Warmtenet waarbij de gemeente zelf aandeelhouder is. Deze resultaten en ambities leiden tot verwachtingen bij partners in de stad (inwoners, corporaties, ondernemers en onderwijs). We hebben de laatste jaren ervaren dat de realisatie van deze en andere resultaten een groot beroep doet op de regisserende en responsieve capaciteit van de gemeente. Dit leidt tot structureel meer inzet en hogere kosten. Daarbij is de verwachting dat de komende jaren een versnelling nodig is om de hoge ambitie te kunnen realiseren. Hiervoor wordt in 2020 € 0,5 miljoen extra beschikbaar gesteld.

  1. Klimaatadaptatie

Eind 2020 moet er een uitvoeringsplan liggen voor klimaatadaptatie. Dat is een opgave die door de rijksoverheid aan de lagere overheden is opgelegd. Een uitvoeringsplan geeft houvast in de verankering van klimaatadaptatie als integraal onderdeel van de omgevingsvisie, in plannen, instrumenten en de gecoördineerde uitvoering van wettelijke taken. De uitwerking vindt plaats aan de hand van vijf sporen:

  • Bewustwording (gedrag, keuzes tuin en dak, groenadoptie in buurt)
  • Nieuwe stad (MAAK.Zaanstad)
  • Bestaande stad (m.n. openbare ruimte kwetsbare wijken)
  • Landschap (waterpeil, verdroging - overstroming)
  • Veiligheid (bij crisis/calamiteiten)

Voor het opstellen van het uitvoeringsplan is € 0,12 miljoen in 2020 nodig. De uitvoering van het plan moet gebeuren in de periode 2021-2050.

  1. Aanpak Stikstofproblematiek

De stikstof problematiek is een immens knelpunt in Zaanstad. De huidige staat van de drie Natura2000 gebieden waar Zaanstad door omsloten ligt, moet de komende jaren sterk verbeteren. Tegelijk staat Zaanstad voor een grote woningbouwopgave. Herstel van de natuur en de woningbouwproductie moeten hand in hand gaan om onze toekomstige ambities waar te maken. Hier werken wij hard aan met rijk en provincie. Extra inzet op de stikstof aanpak is hiervoor nodig, waardoor we negatieve effecten op de woningbouwproductie, als ernstige vertragingen en/ of stoppen van woningbouwprojecten die in 2020 en 2021 van start willen gaan, zoveel als mogelijk beperken. De inzet richt zich op de verplichte toetsing van vergunningen, de advisering op projecten en de samenwerking met rijk en provincie, waaronder de toekomstige gebiedstafels per N2000 gebied. Tevens zal het budget worden besteed aan het indienen van een aanvraag voor de bouwimpuls om kans te maken op subsidie ten behoeve stikstofmaatregelen om de woningbouwproductie van (betaalbare) woningen te stimuleren.

  1. Woningsplitsing en kamerverhuur

Zaanstad krijgt steeds vaker te maken met aanvragen voor het splitsen van woningen en kamerverhuur. Goede regelgeving voor woningsplitsing en kamerverhuur en daarmee de mogelijkheid om aanvragen te toetsen of te weigeren ontbreekt in Zaanstad.
Om de regelgeving aan te passen wil de gemeente de Huisvestingsverordening aanvullen en een paraplubestemmingsplan opstellen voor het onderwerp woningsplitsing en kamerverhuur. Hier is voor het jaar 2020 extra inzet voor nodig van € 0,14 miljoen.

  1. Overige incidentele ontwikkelingen

Bedragen x € 1.000

2020

2021

2022

2023

2024

Pensioenvoorziening bestuur

178

WOZ extra gegevens M2 in aanslag

150

100

Geschil Hemkade

100

100

Haalbaarheidsonderzoek Nieuw museum

75

Regionaal Werkbedrijf

-50

Exploitatiesubsidie nieuwe Poelenburcht

-132

-132

Treasury

-250

-250

Totaal

452

68

-382

-250

-

Pensioenvoorziening bestuur
Zaanstad heeft een pensioenvoorziening afgesloten bij Loyalis Verzekeringen ten behoeve van de pensioen- en nabestaandenverzekering voor (oud) bestuursleden. Als gevolg van de verlaagde rekenrente voor de berekening van het benodigde beleggingstegoed van 1,6% naar 0,3% is het beschikbare kapitaal niet toereikend om de levenslange pensioenuitkeringen te dekken. Zaanstad is op grond van de Algemene Pensioenwet Politieke Ambtsdragers (APPA) verantwoordelijk voor een adequate pensioenvoorziening. De gemeente zal derhalve een aanvullende koopsom storten waardoor een nadeel ontstaat op het collegebudget van € 0,18 miljoen.

WOZ extra gegevens M2 in aanslag
Op 1 januari 2017 heeft de Waarderingskamer (wettelijk toezichthouder) het besluit genomen om alle WOZ-uitvoerders te verplichten de gebruiksoppervlakte te registreren en te gebruiken bij de marktanalyse en de taxatie van woningen. Dit betekent dat de beschikkingen voor het belastingjaar 2022 verstuurd moeten worden met een waarde gebaseerd op gebruiksoppervlakte. Om dit te kunnen realiseren stellen we incidenteel extra capaciteit (€ 0,15 mln voor 2020 en € 0,1 mln voor 2021) beschikbaar. Uiterlijk juni 2021 gaat de herwaardering op basis van de nieuwe objectkenmerken (vierkante meters) van start. Hierbij wordt voldoende tijd in acht genomen om de WOZ-taxaties te kalibreren en te controleren.

Geschil Hemkade
Voor het oplossen van het dossier Hemkade is inrichting van een projectorganisatie nodig. Die projectorganisatie houdt zich voorafgaand aan de richtinggevende opdracht vanuit de raad vooral bezig met de analyse van het dossier. Daarmee zijn kosten voor een interne procesmanager en extern advies (juridisch, op planologie en op bemiddeling) gemoeid. Na de keuze van de raad voor de uit te werken scenario’s zal juridisch advies en externe inhuur van een ‘zware’ projectleider nodig zijn, die ook het omgevingsmanagement voor z’n rekening kan nemen. Voor die (dynamische) projectorganisatie Hemkade is minimaal € 0,2 miljoen verdeeld over 2020/2021 benodigd.

Onderzoek culturele trekker Zaandam
Het college voert een onderzoek uit naar hoe de maatschappelijke en verbindende waarde van het culturele aanbod kan worden verstrekt. Daarbij is de geschiedenis en identiteit van de Zaanstreek en haar inwoners de basis. Hiervoor is € 0,1 miljoen nodig.

Regionaal Werkbedrijf
Het Regionaal Werkbedrijf (hierna RWB) is een samenwerkingsverband dat voortkomt uit een wettelijke verplichting om vanuit een integrale samenwerking betaald werk te stimuleren voor mensen met een arbeidsbeperking. In het platform werken overheidsorganisaties (gemeenten, UWV, SW- bedrijf), werkgevers, onderwijs en vakbonden samen. De gemeente Zaanstad voert de administratie voor het RWB. Bij een controle is gebleken dat een aantal kosten van het RWB rechtstreeks door de gemeente Zaanstad zijn betaald. Dit wordt gecorrigeerd en leidt in 2020 tot een eenmalig voordeel van € 0,05 mln.

Exploitatiesubsidie nieuwe Poelenburcht
De planning van de nieuwbouw van de Poelenburcht is geactualiseerd. Uitgangspunt is dat deze eind 2022 gerealiseerd is. Dat betekent dat de daarmee gemoeide exploitatiesubsidie pas nodig is in 2023 en deze dus over 2021 en 2022 kan vervallen (€ 0,13 miljoen per jaar).

Treasury
In 2022 en 2023 sprake van een incidenteel voordeel (€ 0,25 miljoen) op de financieringslasten. Dit wordt veroorzaakt door een structurele onderuitputting van de investeringsplanning en door de aanhoudend dalende rente.

  1. Gemeentefonds, september- en decembercirculaire 2019

De doorrekening naar 2020 en verder van de september- en decembercirculaire gemeentefonds 2019 resulteert in een nieuwe stand van de algemene uitkering. Op basis van deze circulaire verbetert het meerjarige financiële beeld.

In bovenstaande tabel is het netto effect voor de Zaanse begroting opgenomen. Dat wil zeggen: de ruimte is gecorrigeerd voor de bijstelling van de decentralisatie-uitkeringen. Decentralisatie-uitkeringen worden in principe besteed aan de beleidsterreinen waarvoor ze bedoeld zijn. Voor een verdere toelichting op de septembercirculaire wordt verwezen naar de raadsinformatiebrief (2019/23526).
De toelichting op de decembercirculaire is opgenomen in de raadsinformatiebrief (2020/295).

  1. Gemeentefonds, verwachte loon/prijscompensatie in meicirculaire 2020

In de meicirculaire zal ook een meerjarenraming zijn opgenomen van de accres ontwikkeling voor de jaren na 2020. In de berekeningen houden wij rekening met een stelpost voor loon- en prijsontwikkelingen. Vooralsnog houden we rekening met een accresverhoging van ruim € 4 miljoen voor de ontwikkeling van lonen en prijzen vanaf 2020. De overige ontwikkelingen in het accres zijn nog niet bekend.

  1. Compensatie volume WMO en jeugdzorg

Met ingang van 2019 is het integreerbare deel van de integratie-uitkering Sociaal domein overgeheveld naar de algemene uitkering. Met deze overheveling van het integreerbare deel van de integratie-uitkering Sociaal domein moet ook de volume ontwikkeling gedekt worden vanuit het accres van het gemeentefonds. Voorzichtigheidshalve was in de meerjarenbegroting 2019-2022 hier al rekening mee gehouden en is een structureel bedrag van bijna € 1,5 miljoen vanaf 2021 hiervoor op een stelpost apart gezet. De volume ontwikkelingen zijn in deze voorjaarsnota verwerkt in de ramingen voor de uitgaven WMO en jeugdzorg. Deze stelpost kan daarom nu ook vrijvallen ter dekking van de (2,5%) volumegroei bij WMO en jeugd (zie hiervoor onder 2 en 3).

Bij Begroting 2020 aangenomen moties

In december 2019 heeft het college een raadsinformatiebrief (2019/27930) aan de raad verstuurd waarin is toegelicht hoe het college uitvoering gaat geven aan de door de raad aangenomen moties. Daarbij is onderscheid gemaakt in moties die uitgevoerd kunnen worden binnen huidige beleids- en financiële kaders en moties met een mogelijk financiële of beleidsmatige impact. Bij deze laatste groep moties heeft het college in de brief aangegeven de uitvoering van deze moties integraal af te wegen bij de Voorjaarsnota 2020-2024. Hieronder gaat het college in op deze moties.

Motie 14 Geluidschermen A8 2024
De motie draagt het college op met Gedeputeerde Staten van Noord-Holland in overleg te treden over de financiële bijdrage van Zaanstad aan de hogere en betere geluidsschermen langs de A8-west, hiervoor in de volgende meerjarenbegroting vanaf 2023 middelen beschikbaar te houden, zodat er in 2024 een bedrag aanwezig is dat de bijdrage van Zaanstad dekt en met de Vervoerregio Amsterdam in overleg te treden om voor dit doel ook middelen beschikbaar te stellen.
De huidige geluidschermen langs de A8-West worden in 2024 vervangen. Dit biedt de mogelijkheid om hogere en betere geluidschermen te plaatsen. Rijkswaterstaat heeft inmiddels aangegeven hiervoor open te staan, mits de gemeente of andere instanties de meerkosten betalen. Er zijn oriënterende gesprekken met de provincie geweest over een financiële bijdrage. Eerste stap is nu in overleg met Rijkswaterstaat na te gaan wat de meerkosten van de hogere en betere geluidschermen zijn. Zodra bekend is wat de gevraagde bijdrage van de gemeente is zal dit in de eerstvolgende Voorjaarsnota ter afweging worden meegenomen.

Motie 26 Thematuinen
De motie draagt het college op in gesprek te gaan met omwonenden en relevante belangengroepen over de thematuinen. De raad vraagt oplossingen te zoeken voor overlast gevende jongeren én voor eventueel voorkomende obstakels van “groene aard” met als doel de thematuinen zoveel mogelijk te behouden volgens het oorspronkelijke concept. De raad draagt het college op de benodigde € 20.000 voor instandhouding binnen het bestaand budget openbare ruimte te zoeken.
De oplossing voor het behoud van de thematuinen is gevonden in het driewekelijks onderhoud door een jongeren-re-integratieteam (‘’Zaanstart’’) onder leiding van de gemeente Zaanstad, met ingang van 1 april 2020. Daarnaast zijn twaalf vrijwilligers met veel planten-en bomenkennis, gekoppeld aan dit team. Zij zullen in samenwerking met dit onderhoudsteam in hun beschikbare uren mee gaan helpen om de thematuinen weer zoveel mogelijk in de oude staat te herstellen.
Voor wat betreft overlast gevende jongeren zijn twee wijkadviseurs in samenwerking met  jongerenwerkers druk doende met het organiseren van activiteiten in het Darwinpark.

Motie 32 Inzaaien tijdelijk braakliggend terrein
De motie verzoekt het college om een plan te formuleren om in het voorjaar 2020 te kunnen beginnen met het inzaaien van tijdelijk braakliggende terreinen in Zaanstad en dit plan op korte termijn ter goedkeuring voor te leggen aan de raad.
Het college kan deze motie niet uitvoeren. De eenmalige kosten voor het inzaaien van braakliggende terreinen wordt ingeschat op € 0,3 miljoen. De jaarlijkse terugkerende kosten zijn geraamd op € 0,07 miljoen. Dit bedrag is nodig voor het maaien en het inzaaien van de circa 15.000 m² aan nieuwe terreinen die er jaarlijks bij komen. Het college ziet geen ruimte om deze kosten in de begroting op te vangen.

Motie 39 Gelijke stagevergoeding, ongeacht opleidingsniveau
De motie draagt het college op de stagevergoeding voor alle stagiaires op 331 euro per maand vast te stellen (uitgaande van 36-urige werkweek) of bij de voorjaarsnota 2020 met uitgewerkt voorstel komen om de stagevergoeding van MBO te verhogen naar 350 euro zodat alle stagiairs per maand als stagevergoeding krijgen (uitgaande van een 36-urige werkweek).
Deze motie wordt sinds 1 januari 2020 uitgevoerd door de aanpassing van de vergoeding van alle stagiair(e)s naar € 350 bruto per maand. Op jaarbasis zijn de extra kosten € 14.400. Dit wordt opgevangen binnen de beschikbare salarisbudgetten.

Motie 45 Inning toeristenbelasting AirBnB
De motie draagt het college op om met een plan van aanpak te komen waarin is opgenomen:
- Hoe de melding van en de controle op aangifte van toeristenbelasting door Airbnb aanbieders kan worden verbeterd
- Een voorstel voor extra handhavingscapaciteit voor een periode van 2 jaar om zowel digitaal als fysiek het beschikbare aanbod van Airbnb locaties te monitoren en te controleren en de kosten hiervan te financieren uit de extra opbrengst toeristenbelasting.
- Jaarlijks de resultaten hiervan aan de Raad te presenteren
De coronacrisis treft de toeristenbranche in het bijzonder. Hoe lang en in welke mate deze branche getroffen wordt is nu nog niet bekend. In dit licht vindt het college het dit jaar niet opportuun extra capaciteit beschikbaar te stellen voor het opstellen van beleidsregels ten aanzien van particuliere vakantieverhuur of om de controles op AirBnB te verbeteren. Bij de begroting 2021 wordt bezien of een andere keuze aan de orde is.

ga terug
Deze pagina is gebouwd op 07/09/2020 21:36:11 met de export van 07/09/2020 21:33:37