Bedrijfsvoering

*netto capaciteitsbudget is bruto capaciteitsbudget - additionele dekking.

Werking van het capaciteitsbudget
Het bruto capaciteitsbudget bestaat uit drie componenten: de salariskosten personeel, de inhuur bij ziekte/vacatures en de inhuur flexibele schil. Dit zijn communicerende vaten, d.w.z. dat salariskosten omgezet kunnen worden naar inhuurbudget en vice versa. Uitgangspunt hierbij is dat het netto capaciteitsbudget niet overschreden wordt. Dit bruto capaciteitsbudget kan wel incidenteel worden opgehoogd, mits de toename van het capaciteitsbudget wordt gedekt door de inzet van materiële budgetten dan wel additionele baten (rijksbijdragen, projectgelden, subsidies en overige baten).

Voorstel om voortaan alleen afwijkingen ten opzichte van netto capaciteits-budget te rapporteren
Het beleid is dat een budgethouder (“op basis van geplande bedrijfsvoering en geplande prioriteiten”) zijn bruto capaciteitsbudget over de drie genoemde componenten kan verdelen. Wij stellen daarom voor om in het vervolg alleen te communiceren over afwijkingen ten opzichte van het netto capaciteitsbudget.

Stijging bruto capaciteitsbudget ten opzichte van de primaire begroting (€ 1.905)
Voor deze stijging zijn twee oorzaken aan te wijzen

1. Door omzetting van materiële budgetten en additionele baten is het bruto capaciteitsbudget gestegen met € 2,2 mln. De additionele baten betreffen o.a. Rijksbijdragen voor het sociaal domein, subsidie provincie en overige inkomsten (o.a. leges).
2. De prognose van de salariskosten is naar beneden bijgesteld (€ 0,3 mln) voornamelijk door een bijstelling in de verwachte kosten voor pensioen

premies en sociale lasten. In de primaire begroting werd, op basis van toen geldende percentages, een grotere stijging verwacht van deze kosten dan nu blijkt op basis van recent gepubliceerde percentages.

Inhuur

Inhuur uit hoofde van flexibele schil en externe expertise

Voorop staat het uitgangspunt dat waar vast werk is, we mensen vast in dienst willen nemen. Tegelijk is het voor een aantal functies strategisch nodig om in te huren. Inhuur uit hoofde van flexibele schil en inhuur met betrekking tot externe expertise proberen we zo goed mogelijk te begroten. Echter in de praktijk blijkt dit toch lastig door nieuwe projecten, piekbelasting, werkdruk, benodigde expertise of doordat vacatures lastiger te vervullen zijn. Uitgangspunt is dat inhuur zowel voor flexibele schil als voor ziekte en vacatures binnen het financiële kader van het netto capaciteitsbudget blijft. Extra kosten voor inhuur wordt gedekt door andere materiële budgetten of additionele baten.  

Inhuur met betrekking tot  externe expertise

Soms is het nodig om externe expertise in te huren voor bepaalde projecten. We proberen dit vooraf zo goed mogelijk te begroten. Dit is echter niet altijd mogelijk als gevolg van ontwikkelingen die gedurende het jaar plaatsvinden. Deze categorie inhuur wordt altijd gedekt door andere materiële budgetten of additionele baten (bijv. subsidies of rijksbijdragen).  

Inhuur bij ziekte en vacatures
In de primaire begroting worden de kosten van inhuur bij ziekte en vacatures niet begroot. In de praktijk zien we dat er wordt ingehuurd als dit noodzakelijk blijkt voor de continuïteit van het werk en pogen wij deze inhuur tezamen met de inhuur uit hoofde van de flexibele schil op te vangen binnen het beschikbare netto capaciteitsbudget. Met de invoering van de Wet Normalisering Rechtspositie Ambtenaren (WNRA) hebben medewerkers een opzegtermijn van één maand. Vóór de invoering van de WNRA kon dit variëren van 1 tot 3 maanden. Door verandering van de opzegtermijn bestaat de kans dat voor de continuïteit van het werk sneller moet worden overgegaan tot het tijdelijk inhuren van medewerkers.  

Kengetallen bezetting en formatie

Stijging van de formatie (+ 28 FTE)
De stijging van de formatie van 28 fte wordt verklaard door het inzetten van materiële budgetten en additionele baten (€ 2,2 mln).

Bezetting (aantal daadwerkelijke medewerkers omgerekend naar fte (36 uur) – 9 FTE

De arbeidsmarkt is volop in beweging. Daarnaast hebben medewerkers door de invoering van de WNRA sinds 1 januari 2020 een opzegtermijn van een maand. Daarmee kunnen medewerkers binnen korte tijd weggaan als zij eenmaal opgezegd hebben. Vervanging is dan niet altijd meteen geregeld. Ook wordt er steeds beter nagedacht of en hoe vacatures worden ingevuld.
Met name bij de afdeling projectmanagement en vakspecialisten zijn er een aantal collega’s weggegaan. Het ingenieursbureau daarentegen heeft een stijging van bijna 2,5 FTE. Hier wordt de inhuur afgebouwd en die plekken worden ingevuld door eigen personeel. Voor 2020 wordt hier sowieso een groei in de bezetting verwacht door verdere afbouw van inhuur.