Financiële begroting

Grondslagen begroting 2021 - 2024

Grondslagen begroting 2021 - 2024

Dit hoofdstuk zet de grondslagen en kaders uiteen waarlangs de begroting 2021-2024 wordt uitgewerkt. Hierbij gaat het onder andere om de te hanteren indexpercentages en belastingen en tarieven.

Omschrijving

Grondslag

Lonen (incl. sociale lasten)

3,86%

Prijzen

1,7%

Subsidies

3,21%

Onroerende zaakbelastingen

1,7%

Overige belastingen

1,7%

Leges en Tarieven

Kostendekkend

Rekenrente

1,75%

Rente grondexploitaties

1,5%

Bijdrage gemeenschappelijke regeling
Algemene uitkering

3,21%
Meicirculaire (in deze Voorjaarsnota: decembercirculaire 2019)

Financiële regels

Coalitieakkoord 2018-2022 en budgetregels

Lonen, prijzen en subsidies
De VNG , FNV Overheid, CNV Overheid en CMHF hebben op 12 september 2019 een akkoord voor de cao Gemeenten gesloten. Deze cao loopt tot 1 januari 2021. Als gevolg van deze coa stijgen de lonen in 2021 met 0,76% ten opzichte van de begroting 2020 (de structurele doorwerking was in de meerjarenbegroting 2021-2023 nog niet volledig verwerkt). Voor de looncompensatie in 2021 is verder uitgegaan van loonvoet sector overheid uit het Centraal Economisch Plan 2020. Voor 2021 is dit percentage 3,1%. Samen komt de stijging uit op 3,86%.
Uitgangspunt bij de prijscompensatie is de prijs netto materiële overheidsconsumptie uit het Centraal Economisch Plan 2019. Dat is voor 2021 1,7%.
De verhoging van de subsidies is een afgeleide van de loonstijging en de prijsstijging. Hierbij telt de loonstijging voor 70% en de prijsstijging voor 30% mee. Voor 2021 betekent dit een stijging van 3,21% ten opzichte van de begroting 2020.

Onroerendezaakbelastingen en overige belastingen
Ten aanzien van de onroerendezaakbelasting (OZB) en overige belastingen zijn geen nieuwe afspraken gemaakt. De opbrengsten worden verhoogd met de prijsindex (1,7%).

Leges en tarieven
Voor leges en tarieven geldt als uitgangspunt 100% kostendekkendheid, tenzij andere afspraken zijn gemaakt.

Rekenrente
Door de aanhoudend dalende rente op de geld- en kapitaalmarkten wordt de interne rekenrente verlaagd van 2,0% naar 1,75% vanaf 2021. Hiermee blijft de rekenrente binnen de marges die het Rijk via de BBV-regelgeving voorschrijft. De lagere rente zorgt ook voor een daling van de kapitaallasten in de begroting. Hierdoor wordt minder rente aan de tarieven voor afval, riolen en begraafplaatsen doorberekend. Dit heeft een neerwaarts effect op de tarieven voor de inwoners van Zaanstad.

Rente grondexploitaties
Het ‘Besluit Begroting en Verantwoording voor gemeenten’ (BBV) schrijft voor dat de rente gebaseerd is op de werkelijke rente over het voor de financiering daadwerkelijk aangetrokken vreemd vermogen. Voor de begroting 2021 wordt gerekend met een rentepercentage van 1,5%

Gemeenschappelijke regelingen
Net als de gemeente stellen gemeenschappelijke regelingen jaarlijks hun begroting op. De loon- en prijsindex die zij daarbij hanteren wil Zaanstad vastleggen in de actualisatie van de nota Verbonden Partijen, die dit jaar aan de raad zal worden aangeboden. Het voornemen is daar de volgende afspraken in op te nemen:

  1. Voor de loonontwikkeling wordt uitgegaan van de CAO gemeenten. Zolang er geen CAO ontwikkeling bekend is, wordt uitgegaan van de loonvoet sector overheid van het CPB.
  2. Voor de prijsontwikkeling wordt uitgegaan van de prijs netto materiële overheidsconsumptie van het CPB
  3. De standaard verhouding loon-/prijsontwikkeling wordt vastgelegd op 70/30.
  4. De indexering wordt toegepast op de bijdrage van Gemeente Zaanstad in de gemeenschappelijke regeling.
  5. De meerjarenbegrotingen van de gemeenschappelijke regelingen die in het voorjaar voor zienswijze worden aangeboden aan de raad, worden getoetst aan de uitgangspunten 1 t/m 4. Significante afwijkingen worden opgenomen in de zienswijze brief van de raad aan het bestuur van de gemeenschappelijke regeling.
  6. Wanneer er sprake is van een bezuinigingsopdracht van de Gemeente Zaanstad aan de gemeenschappelijke regeling zijn de uitgangspunten genoemd onder 1 t/m 4 nog steeds van toepassing.
  7. Voor en nadelen met betrekking tot loon- en prijsontwikkeling in het lopende begrotingsjaar worden door de gemeenschappelijke regeling niet tussentijds als begrotingswijziging voorgelegd aan de raad, maar komen tot uiting in het rekening resultaat van de gemeenschappelijke regeling.

Ten aanzien van punt 7 geldt dat hiervoor medewerking nodig is van de gemeenschappelijke regelingen en andere deelnemende gemeenten. In het kader van de actualisatie nota Verbonden Partijen wordt onderzocht of de betrokken partijen dit uitgangspunt delen en eveneens in hun kader stellende afspraken willen opnemen.

Bovenstaande uitgangspunten leiden er voor de begroting 2021 toe dat de bijdragen van Zaanstad aan de gemeenschappelijke regelingen worden geïndexeerd met 3,21% ten opzichte van de begroting 2020.

ga terug
Deze pagina is gebouwd op 07/09/2020 21:36:11 met de export van 07/09/2020 21:33:37